Hoe alles anders kan gaan dan bedacht en gepland.

Onderstaand verslag stond in mijn zeekajakdagboek en heb ik 15 juni 2022 hier gepubliceerd.

Dit avontuur heeft me destijds nog heel lang bezig gehouden en ik heb het “filmpje” nog vaak in gedachten afgedraaid. Vooral het alleen in de branding achtergebleven zijn is in mijn geheugen gegrift. Dit verslag heb ik daarom bewaard tot nu toe. Dat achterblijven is een soort eigenschap van mij om op zee iedereen in de gaten te houden en eventueel de helpende hand uit te steken. Daardoor vaar ik ook vaak achterin een groep.

Nu, 28 jaar later, denk ik dat ik, tijdens het napraten aan de kant, tegenwoordig wel bij Gerard en de groep aangekaart zou hebben waarom er niemand was die mij in de gaten hield toen ik nog op zee zat.
Ook bedenk ik nu pas dat een bedankje aan mij, voor mijn goede zorgen, ook wel op zijn plek was geweest. Ik had namelijk ook gewoon naar het strand kunnen varen om daar te wachten tot, hopelijk, iedereen was aangespoeld. Maar er is destijds geen woord aan gewijd.

Het verslag:

Onder leiding van Gerard Hoitink en Martin zouden we (Henk, Wil, John in Baidarka, John in Skerray) vandaag een rondje varen; beginnend in  Holwerd met de klok mee. Kamperen was gepland op de camping bij paal 10 aan de noordkant bij de Zwanewaterduinen.

De omstandigheden voorafgaand aan de tocht was de gehele week een sterke wind 6-7 bft uit NW. Daarom was ik wel een beetje verbaasd dat de tocht doorging. Weliswaar was het prachtig weer en de wind 5 bft NW-N, maar na de stormachtige voorgeschiedenis verwachtte ik een heel spektakel aan de noordkant van Ameland. De wind zit nog in het water zouden ze in Scheveningen zeggen.

Tiny gaat ook mee: ze heeft een fiets mee en gaat om 13.30h met de veerboot over. Zij heeft de meeste bagage mee en zal de tent vast opzetten en een beetje rondfietsen natuurlijk.

We vertrekken omstreeks 14h. De tocht over het wad is voorspoedig. Wel staat er in het Borndiep een enorme deining zoals ik eerder nog niet in de kajak had ervaren: lange deining maar wel een hoogte van zeker 1,5m.  De berekening van de planning die ik uit interesse ook had gemaakt klopt ook aardig: we zijn omstreeks 17.00-17.30h bij Westpunt.

Op de zandbank het Bornrif staat bij de westpunt veel branding. Om die te omzeilen wordt besloten om de branding heen te varen door eerst 1,5 zeemijl de zee op te varen: eerst op koers van 30° en later naar 60°. We komen nu echter veel te ver in zee en komen door het lage tempo van Henk niet verder: door tegenwind en tegenstroom blijven en ongeveer op dezelfde plek. Daardoor komen we steeds verder op zee en varen in steeds hogere golven van 4-5 meter hoog, die ook beginnen te breken. Ze breken bovenin  en stoppen dan weer. Met een sprintje kan je wel goed door de kop heen breken. Ik krijg een beetje last van zeeziekte of van honger. In die golven voel ik me niet zo zeker en vraag me af of ik hier kan eskimoteren en of ik daar wel energie genoeg voor heb. Ik denk dat ik me vervelend voelde omdat ik eigenlijk vond dat we naar de kant hadden moeten gaan voordat we in het gebied met brekers kwamen. Elke keer als ik een golf hoor breken zie ik dat iedereen nog overeind is.

Een keer kom ik na een sprintje tegen een brekende golf op helemaal los en zweef even 2 m boven het water. Dat gesprint vreet wel energie en ik krijg weer kramp in de deltaspier. Er wordt nu toevallig net een pauze ingelast (dat komt me goed uit) en varen met 110° naar de kant.

Even later krijgen we veel brekers. Gerard slaat om en zwemt. We denken eerst dat hij er zelf in zal klimmen. Tot hij schreeuwt!

Even later dobberen er 5 kajak’s ondersteboven en ben ik samen met 1 andere kajakker nog in de kajak. Verbijsterd kijk ik dit even aan, nog niet wetend waar te beginnen.

Ik help Wil in de boot. Dan Henk. Daarna weer Henk. In verband met de brekende golven kan ik geen normale X-redding uitvoeren en zet ik ze gewoon in de met water gevulde kuipen; daarna moeten ze pompen. Even later zie ik John en Gerard die dwars door een brekende golf op mij dreigen te worden gezet. Ik sprint weg en wordt door de golf zeker 50 m weggezet. Later zal ik zien dat de kajak van John ter hoogte van de kuip is doorboord door een kajak-punt. Inmiddels krijgt Henk een tik van een peddel op zijn bovenlip met een snee als gevolg. Een paar van de groep zijn al op het strand. Ik wil John in zijn Skerray wel helpen maar hij heeft geen pomp. Ik blijf in de buurt en als de brekers minder worden sleep ik hem verder naar de kust en haak hem weer los waar de branding op het strand begint. Ik blijf net buiten de branding wachten tot iedereen op het strand staat.

Ik drijf daar nu moederziel alleen terwijl iedereen op het strand druk met elkaar staat te praten en Gerard en Henk naar de duinenrij lopen. Na al de emoties is iedereen druk met zichzelf en is er niemand die mij in het oog houdt. Ik besluit te landen op de veiligste manier die er is: dwars op een breker in de bongo-slide. Dat blijkt nog niet zo eenvoudig want de verste brekers zijn erg steil en ca. 1,5 m hoog. Terwijl ik met mijn rechter peddelblad volop in de golf steun draait de kajak met de achterkant richting strand. Gelukkig kan ik daarbij een achterwaartse loop voorkomen en de kajak verder laten draaien door bliksemsnel aan de andere kant te gaan steunen en in de bongo over links verder gaan. Dit circus herhaalt zich nog 2 keer op diezelfde golf zodat ik wel 2 hele pirouetjes maakt. Dit alles ging natuurlijk bliksemsnel tot de golf wat uitgeraasd was.

Gerard blijkt onderkoeld door lang in het water te hebben gelegen in een korte neopreenbroek en omdat zijn spatzeil niet meer dicht kon. Hij probeerde in de duinen rij weer warm te worden.

We zitten nu met z’n allen nog op de zandplaat voor de kust bij paal 4 en moeten nog een heel eind met de kajaks sjouwen. Als we er bijna zijn zien we een auto van Staatsbosbeheer die op ons zwaaien naar ons toekomt. Ze regelen een tractor met een platte wagen die ons naar de camping bij paal 10 brengt. Erg aardig! De boswachter heeft Gerard en Henk inmiddels naar zijn huis gebracht waar hij kan opwarmen. En op mijn verzoek heeft hij de campingbaas gevraagd om Tiny in te lichten want het was inmiddels al 21.30h geworden en ze had ons vast veel vroeger terug verwacht. Dat is gelukt want Tiny komt ons op het strand tegemoet fietsen.

Als ik de schade opmaak blijkt dat ik mijn kaartenhoes met kaart kwijt ben en ook mis ik 1 kanomof die in het netje op het achterdek zat. Voortaan beter vast maken dus.

Uiteindelijk eten we in de tent pas om 23.00h. De anderen hebben een tenthuisje gehuurd. Om 11.45h gaan wij daar met ons toetje ook heen en praten mee tot 1.00h

Gerard denkt een inschattingsfout gemaakt te hebben: we hadden eerder naar het strand moeten gaan. Er blijkt, achteraf, een soort lagune achter de branding te lopen. Ik dacht ook dat we hadden moeten wachten op de stroomkentering om 19.00-20.00h. Gerard zag dat ook in maar had gedacht dat we zo lekker vroeg waren en nog door konden gaan naar de camping.

Er wordt besloten dat we de volgende daag naar Nes zullen lopen en dan recht over te steken naar Holwerd. Dit omdat we voor het rondje om 6.00h zouden moeten opstaan om 8.00h te kunnen varen: dat laatste leek me geen aantrekkelijk plan om fit te zijn nadat we pas om 1.00h naar bed gingen.

René


Later zag ik in Mededelingen 1994-3 (het blaadje van de Zeecommissie) dat Gerard een verslag had  gepubliceerd.

Dat vind ik te prijzen voor een hoofdinstructeur !

Hieronder zijn verslag (het lijkt me goed ter lering hier beide verslagen te publiceren):


 Rondje Ameland d.d. 11 en 12 juni'94. (door Gerard)

Voor de derde maal een poging om rond Ameland te komen, dat was ditmaal de bedoeling. Het weer was prima, er werd zon voorspeld met temperaturen van 16 - 19 graden en de wind was de eerste dagen van  die week wel straf, maar zaterdag en zondag zou hij afnemen. Richting  Noord - Noordoost 4 op de Wadden en later op de middag zou hij afnemen.

De vuurtorenwachter van Ameland zaterdagmorgen nog gebeld. Bij het  Bornrif stonden op de kust golven van 1 tot 1,5 meter tot 1,5 kilometer  uit de kust. Daarachter werd het rustiger, dus het plan was om ruim  om het Bornrif te varen, maar niet te ruim. Tijdens het omkleden op de  pier van Holwerd merkte ik, dat ik mijn spatzeil thuis had gelaten.  Gelukkig had Wil een tweede spatzeil bij zich en dat paste net, al ging  het wel heel strak om de kuiprand.

We vertrokken rond twee uur 's-middags vanuit Holwerd richting Westpunt Ameland. We hadden alle tijd,  want het afgaand tij was net twee uren begonnen. Helder weer, zon en  een matige wind maakten de tocht tot een groot genoegen. Na enige  uren bevonden we ons in het Borndiep en besloten - de golven vlak bij  de kust ziend - bovenlangs het Bornrif te varen, niet te ruim, want het  was nog vroeg en het afgaand tij heerste nog. We voeren tot WGl0 en  gingen toen op een koers van 45 graden zitten en probeerden aldus het  Rif te ronden. Het afgaand tij heerste nog en we moesten veel meer de  zee op om de golven, die soms tot vier meter hoog reikten, te omzeilen. 

Deze omstandigheden hadden we niet verwacht. Op een gegeven  moment zaten we er middenin en we dachten daar met een uurtje wel  weer uit te zijn. Maar het bleef behoorlijk deinen en af en toe krulden  de hoogste toppen met een flinke vaart om. Meestal konden we dat wel  omzeilen. Zo voeren we tussen de grote golven door, wel anderhalf  uur lang en begrepen langzamerhand, dat het niet afnam. Een stukje  concentratie verdween.

We hielden even pauze om te kijken wat we  verder nu moesten doen. We hadden de koers al verlegd tot 90 graden  om dichter bij de kust te komen, maar de hoge golven bleven komen.  Tijdens de rustpauze werd ik door een hoge kruller in een sterke surf  achteruit gezet, terwijl ik naast Henk lag, Hem raakte ik stevig met mijn  peddel in zijn gezicht, zo bleek achteraf. Ik sloeg om, eskimoteerde,  maar draaide meteen weer onder water, toen ik overeind kwam. De  volgende poging ging niet zo lekker, ik kreeg een flinke slok water  binnen en trok - stom genoeg - mijn spatzeil open. Vanaf dat moment  lag ik uit de boot en ben er eigenlijk ook niet meer in geweest. Het  probleem was namelijk, dat ik met behulp van John meerdere malen wel weer in de boot ben geweest, maar we konden met z'n tweeën het spatzeil van mij niet dicht krijgen. En met de regelmaat van de klok  kwam er weer een hoge golf, die mijn pomppogingen teniet deden.

Uiteindelijk besloot ik maar buiten mijn kajak te blijven. John moest  ook flink pompen en dat kwam doordat we tijdens een hoge golf soms  over elkaar heen rolden met kajaks en al. Tijdens een van die duikelingen was er een flink gat naast zijn kuip ontstaan. We dachten een  moment om een vuurpijl omhoog te schieten, maar het strand kwam  redelijk snel dichterbij, dus daar gokten we maar op. Met in de ene arm mijn  kajak en in de andere de kajak van John, spoelde ik een drie kwartier  later op het strand aan.

De anderen verging het ook niet zo geweldig,  op een gegeven moment lagen vier van de zeven kajakkers in het  water te spartelen. Niet allemaal vanwege de lastige golven, maar ook -  tijdens reddingspogingen van anderen.  Het water was ca. 12-13  graden, al vond ik het niet koud. Ik had een korte surfbroek aan, wat  achteraf heel onverstandig was. Want op het strand kreeg ik het pas  echt koud. Samen met Martin liep ik over het brede strand tot achter  het eerste duin om daar uit de wind wat bij te komen, want een lichte  onderkoeling had zich van mij meester gemaakt. Het laatste deel van  het strand liep ik in een survivalbag. De ergste kou ging toen over,  maar achter het duin bleef ik een tijdlang in de bag liggen en dat was  niet verstandig, want ik werd kouder en kouder. Ik had beter kunnen  blijven lopen. Een survivalbag is er niet voor om warm in te worden,  houdt alleen de wind voor een groot deel tegen, wat op het strand van  groot nut kan zijn.

De groep besloot om naar mij toe te komen en daar  maar achter het eerste duin een bivak op te slaan of later toch nog  langs de kust naar de camping verder te varen. De groep kwam op het  strand een auto van Staatsbosbeheer tegen, en de berijders keken wat  we aan het doen waren. Toen ze ons verhaal hoorden, boden ze ons  alle mogelijke hulp aan. Henk en ik werden naar het huis van de chauffeur gebracht om wat op verhaal te komen, een douche te nemen en  daarna koffie. Daar knapten we behoorlijk van op.

Ondertussen haalde -  hij met nog een collega een platte wagen, waarmee alle kajaks met bemanning naar de camping werden gebracht. Martin organiseerde een  tenthuisje, want dat bleek nauwelijks duurder dan kamperen in kleine  tentjes. En daar in het tenthuisje maakten we het ons gezellig. We  kwamen hier echt bij, waren er tenslotte goed afgekomen op de kajak  van John na. We aten, dronken en grapten tot een uur of één en  besloten de volgende dag met karretjes over het eiland naar de pier bij  Nes te lopen om daarna over te steken. Het voordeel daarvan was dat  we niet zo vroeg op hoefden. Na een lekkere nacht met vier man in een  dubbel stapelbed: als iemand zich omdraaide dan schudde het hele bed  twee minuten na en een heel hoog drempeltje tussen slaapverblijf en  overige tent, waardoor iedereen om de twee uur wakker schrok, werden we met weer mooi weer wakker en maakten ons gereed voor de  terugtocht. In een vuilnisbak van de camping vonden we allerlei huishoudelijke souvenirs, die gretig aftrek vonden bij ons. We plakten het  gat van John goed af en vertrokken.  Voordat we het Wad overstaken, genoten we nog van warme chocolademelk met appeltaart en na een heel voorspoedige overtocht gingen de  helden uiteen. Niet nadat we elkaar beloofd hadden dit nog eens over  te doen en dan goed. [PS. door René 15-6-2022: die herhaling is er jammer genoeg nooit van gekomen. Ik zou best willen weten hoe het nu met iedereen gaat]

Wat  ging er nu mis:

  • Spatzeil nooit vergeten
  • Een waddeneiland ronden altijd met een Long John, want je weet maar nooit
  • Hou goed rekening met nadeining na flinke wind, vooral met NoordenWestenwind
  • Vertrouw niet blindelings de vuurtorenwachter
  • Niet te haastig varen, want de kentering laat zich niet opjagen

Ondanks alle stommiteiten een leerzame ervaring, vandaar ook dit verhaal.

Gerard Hoitink