Evaluatie van  een zeekanotocht langs zo weinig mogelijk boeien.

In het kader van het streven om nieuwe leden zoveel mogelijk te betrekken bij het verenigingsleven waren in de vorige jaren veel tochten voor beginners op zoet en zout water gepland.

Blijkens een opmerking op een ALV 1 of 2 jaar geleden was er nu voor meer gevorderde zeepeddelaars wel wat weinig aanbod qua interessante tochten.

Daarom was er dit jaar een tocht van 44 km voor gevorderden uitgewerkt: Van Den Oever naar Oudeschild vv. Die tocht kan je plannen langs de bestaande vaargeulen, wat best een nauwkeurige klus is omdat je precies bij Den Helder moet zijn als de stroom qua richting omkeert. Om de tocht wat uitdagender te maken is route voor de tocht nu zoveel mogelijk ver weg van de vaargeulen gepland. Al varend heb je vaak geen enkel referentiepunt en moet je volledig op je kompas en je planning vertrouwen.

Het was dit jaar een tocht met verrassingen. De voorspelde windsterkte van ca. 4-5 bft uit het noord-oosten lag wel op de grens van een aangename tocht. Deelnemers waren Gilbert, Timo en ik.

[de oranje lijn is de planning ; de zwarte lijn is de werkelijk gevaren tocht]

Verder is te vermelden dat we op weg naar Den Oever ingehaald werden door een auto met zeekano's die ook naar de haven van Oudeschild reed. Daar bleek dat ze bij een ploegje van ca. 7 peddelaars van "De Goudse peddel" hoorden en precies dezelfde bestemming in Oudeschild hadden. Zij hadden echter de tocht op de traditionele manier gepland. Dat vonden we allebei een leuk experiment om die 2 manieren van plannen eens naast elkaar te zien. Zij vertrokken ca. 15 minuten eerder en we waren benieuwd of we ook gelijktijdig zouden aankomen.

Onderstaand verslag is misschien  wat gedetailleerd maar laat zien wat er komt kijken voor deze tocht en is ook tegelijk een evaluatie van de planning.

Wij vertrokken klokslag 9.00h zoals gepland. Het eerste uurtje varen was simpel omdat we alleen de rode boeien maar hoefden te volgen. Achter de boeien stond al een aardige kolk van de passerende stroom. Achteraf bleek dat we daar 8-12 km/h opschoten. De boei VG6 was niet moeilijk te vinden en daar verlieten we de veilige beboeide vaargeul. Rekening houdend met dat we door stroom en wind 20° uit de koers zouden worden gezet voeren we simpelweg pal naar het noorden. Achteraf bleek dat we akelig precies de geplande koers volgen. De gedachte was dat we de 5,5 km van dit traject tot aan de Texelstroom na 1 uur wel afgelegd zouden hebben. Daarbij hadden we geen stroomvoordeel en peddelden we met 6km/h. Ook dat klopte aardig. Tot zover was ik prima tevreden met de planning.

Voordat we  de Texelstroom overstaken daaraan begonnen zagen we in de verte onze Goudse peddelaars aankomen. Blijkbaar was onze route tocht korter. Later hoorden we dat ze in het geultje dat zij volgden, recht naar het noorden moesten varen en daardoor enorm tegen de stroom in moesten opsturen om niet opzij weg te worden gestuurd. Dat is precies het verschil met onze route want wij lieten de zijstroom het werk doen waardoor we niet zo hard als onze collega's hoefden te werken.
In het volgende traject hielden we er rekening mee dat we door wind en stroom 30° opzij zouden worden gezet: dat bleek echter bijna 40° in het midden van de geul te zijn. Onvoorspelbaar wat een geweld: "die van opzij aanstromende en aanstormende watermassa".

Midden in de geul kreeg ik in de verte de boei T16 in het oog die precies in lijn lag met een windmolen of zendmast op de kant. Die lijn kwam net te noorden van het geplande strand bij Oudeschild uit. Ik dacht dat we het met Timo en Gilbert wel konden wagen om wat reserve in te leveren voor deze rechtstreekse transito-koers. De kunst is om boei en mast precies op 1 lijn te houden. Door verschillen in stroom of een duw van een golf raak je snel uit koers en moet je heel actief en geconcentreerd aan die transitokoers blijven werken. Op deze koers hadden we alleen het risico dat als er iemand omslaat we dan waarschijnlijk Oudeschild voorbij zouden spoelen.

Op het strand konden we de andere peddelaars mooi aan zien komen. Wij kleden we ons om, peuzelen we onze boterhammetjes op en wandelen naar het dorp voor een broodje haring. Veel tijd hebben we niet want om 13.30 zouden we weer vertrekken. Volgende keer plannen we maar een wat ruimere pauze dan 1,5 uur. Gaan we gewoon wat vroeger weg.

Toen het getij ons voor de terugtocht riep waren de Goudenaars al bijna een uur weg: zij voeren via Den Helder.

Onze terugweg ging in eerste instantie weer precies volgens plan naar boei T17 voor OUdeschild. De 2 kilometer daarna voeren we voor de zekerheid met hulp van mijn GPS die de werkelijke koers incl. drift van 115° moest aangeven. Uit de evaluatie thuis bleek dat we die koers ook precies als gepland hadden gevolgd. Echter, tgv van de golven voeren we blijkbaar wat zachter. Toen we na 20 minuten dachten de zandplaat "de bollen" voorbij waren en zuidelijker gingen koersen blijkt achteraf dat we nog niet vergenoeg waren.

Tot overmaat van ramp gingen we niet de geplande koers varen van 140-160°. Er stond op dat moment een flinke dwarswind en golven met soms koppen die precies van opzij kwamen aanrollen. Daarom gingen we precies zuid varen met de gedachte dat we dan wel opzij zouden spoelen en ook wat eerder in de hoofdgeul zouden komen.

Op dat moment op een woelig stukje water, kreeg ik een telefoontje. Die heb ik maar laten gaan alhoewel ik de gedachte had dat het de verkeerscentrale van de Brandaris was.

Tijdens dit stukje hadden we geen enkel referentiepunt behalve een wat wazig contour van de skyline van Den Helder aan onze rechterkant. We dachten na een paar kilometer de geul met de boeien B7 en B9 te kruisen. Tot onze verbazing zagen we echter alleen een kardinaal- en een rode boei die allebei geen nummer meer hadden. We hebben de kaart bestudeert maar ze daar in de buurt niet gevonden. Ervan uitgaande dat het wel de betreffende dwarsgeul was,  besloten we de geul over te steken en de koers zuid voort te zetten.

Pas na 4 km werden we "wakker" toen het ondiep werd. Meer naar het oosten zagen we een boei. Daar gaan we heen. Dichterbij komend bleek het een gele boei met een rood kruis te zijn. Die volgden we naar de volgende tot we zagen dat dit een heel rijtje van dergelijke boeien was. Nu was het tijd voor meer speurwerk. We hebben de Ipad erbij gepakt, en wat bleek: de hoofdgeul hadden we allang overgestoken en zaten in het zandplatengebied ten zuiden ervan.

Ook stom! Dat komt ervan als je het plan veranderd. Het illustreert wel dat je toch wat referentiepunten nodig hebt bij een tocht. Alhoewel: ik heb ervan geleerd dat ik, toen ik zag dat de aangehouden koers en de werkelijke koers hetzelfde waren, wel wat had kunnen opsturen naar 140°. Of anders: ik had kunnen bedenken dat we de dwarsgeul niet zouden kruisen bij deze koers. Maar er was eigenlijk niets aan de hand, want met die lijn met gele boeien met kruis wisten we precies waar we zaten. Over de rest van de tocht valt dan ook niets meer te vertellen dat we oost gingen varen  zonder ook maar 1 boei te zien en dat we in dit gebied weinig golven hadden en ook wat minder wind. Wel hadden we weinig stroomvoordeel en hebben, gezien onze snelheid van 6 km/uur, zelf hard moeten werken om de 40km te volbrengen. Dat gold trouwens voor het grootste gedeelte van de tocht omdat we meestal buiten de geul voeren en dus weinig stroomvoordeel hadden bij het peddelen.

Weer op de wal heb ik de Brandaris weer gebeld om ons af te melden. Toen bleek dat de Brandaris inderdaad had geprobeerd mij te bellen. Blijkbaar is dit nieuw: men wil graag bij aankomst op de bestemming ook een melding ontvangen van veilige aankomst. Nu had men naspeuringen naar ons gedaan door de havenmeester van Oudeschild te bellen en die had, op zijn beurt, 2 rondvaartboten gevraagd naar ons uit te kijken. Die hadden ons zien vertrekken over de bollen en zo was de Brandaris weer gerust. Ik kreeg echter wel het verzoek om voortaan ook de aankomst in Oudeschild te melden. Dit omdat er een lange tijd voorbij gaat tussen 9g en 17h waarin van alles zou kunnen gebeuren.

We hebben een fantastische dag gehad met mooi weer en een pittig windje dat soms voor leuke golfslag zorgde. Wel was ik blij dat we maar met een klein koppeltje voeren want met een grotere groep was er op een aantal plaatsen wel kans dat de groep uit elkaar geslagen zou kunnen worden.
Ik popel om deze tocht weer eens te varen en profijt te hebben van de ervaringen van nu.
René